Johan Fretz is The Last Jedi

“Dark rises and light to meet it.” 
Supreme Leader Snoke

De legendarische Luke Skywalker is eindelijk getraceerd, op het eiland Ohch-to waar hij jaren geleden terecht kwam. Hij verdween omdat hij na zijn empathische overwinning op het kwaad zwaar had geblunderd en daardoor zeker wist dat hij, en de Jedi, de wereld meer kwaad dan goed deden.
“It is time for the Jedi to end.”
Hij ging op zoek naar zijn wortels, de eerste Jedi tempel; een religie die duizend generaties terug op Ohch-to haar oorsprong bleek te hebben. Het tempel complex bestaat uit drie delen; een mozaïek op de vloer, een gat onder de grond en een walk-in holle boom met de oude boeken van de eerste Jedi.

Aspirant Jedi Rey biedt Luke het lichtzwaard aan.

Aspirant Jedi Rey is degene die hem heeft gevonden en ze legt Luke Skywalker haarfijn uit dat alleen hij, de laatste Jedi Master, de wereld nog kan redden. De oorlog is de laatste fase ingegaan. Het zal niet lang meer duren voor The First Order alles in handen heeft.
Maar Luke wil er niks van weten.
Hij gooit het lichtzwaard dat Rey hem aanbiedt in de openingsscène achteloos over zijn schouder, en vertelt haar dat hij niet naar de andere kant van het Universum is gereisd om ooit nog terug te komen. Bovendien confronteert hij haar genadeloos met de onmogelijkheid van de opdracht.
Luke Skywalker tegen Rey;
“You think I’m gonna walk out with a laser sword and take down the whole First Order?”

Mozaïek uit de eerste Jedi tempel; de Prime Jedi. Hij (of zij) is niet alleen maar óf goed óf kwaad, zoals de Jedi en de Sith. Maar de belichaming van licht en duister in één.

Het is tijd voor de Jedi om uit te sterven.
“I came to this island to die,” zegt hij dan ook.

Ik zou kunnen zeggen “spoilers ahead voor The Last Jedi” maar als je nu nog niet geweest bent dan acht ik de kans klein dat je überhaupt nog gaat. Sterker nog, waarschijnlijk heb je net als ik juist spoilers nodig. Want het was na uren spoiler reviews op YouTube dat ik op stel en sprong, met de hoogste spoed, alleen, op een vrijdagavond dat ik doodmoe was, naar deze film ging.
Maar vooruit; spoilers ahead.
Dus.
Hoe denk je dat na het lezen van die eerste alinea’s, en given the laws of film making die Rian Johnson erg goed beheerst, de film afloopt? Kan dat überhaupt anders zijn dan dat Luke Skywalker in zijn eentje met zijn light saber (dat hij het kinderachtige laser sword gebruikte was ook een leuke touch) de hele First Order verslaat?
Nee.
Natuurlijk niet.
Een film heeft hoop en helden nodig. Mannen die er in de kracht van hun leven van overtuigd raken dat de wereld beter af is als ze in their little corner of the world blijven zitten, dienen alleen als inspiratie. Dat ongeacht hoe erg je aan jezelf twijfelt, en ondanks alles wat je fout hebt gedaan, het nooit te laat is om het goede te doen.

Kylo Ren zet zijn helm af en pronkt met zijn prinsenhaar. (The Force Awakens, deel 7)

Star Wars heeft een Christelijke achtergrond. Het Hope en Redemption thema ligt er metersdik bovenop. Dit is de voornaamste reden dat ik denk dat er nog steeds een kans is dat “hot mess” slechterik Kylo Ren zijn onvermijdelijke verlossing wellicht toch met de dood moet bekopen. Ondanks het feit dat de Star Wars franchise inmiddels van Disney is en ook J.J.Abrams het sprookjesachtige van de nieuwe trilogie benadrukt.
Dus laten we hopen dat het Christendom het moet afleggen tegen Disney, en dat we het mierzoete einde krijgen;
het meisje van eenvoudige komaf Rey en de voormalige dark prince Kylo Ren – als personificatie van het goede en het kwade dat in iedereen zit – heersen samen in harmonie over het universum.
*pakt roze zakdoekje en veegt een traantje weg*

Ik heb me sinds die eerste viewing van The Last Jedi dan ook voornamelijk bezig gehouden met de Rey en Kylo Ren romance, kortweg “reylo” genoemd. Maar ik heb van de andere verhaallijnen ook wel iets meegekregen.
Dat gebeurt vanzelf na vijf keer kijken.
Dus toen ik ineens naar de boekpresentatie van “Onder de paramariboom” van Johan Fretz kon, zat ik daar met een hele andere blik.
Maar dit kwam niet alleen door The Last Jedi.
ik zit een hele andere levensfase.
Een week geleden heb ik namelijk afscheid genomen van mijn katje Max .
Ik ben geen alleenstaande kattenmoeder meer en kan de stad uit zonder dat ik een babysit hoef te regelen die Maxje tussendoor zijn acht uur gegaarde kip geeft.
De boekpresentatie van Johan Fretz was mijn eerste uitje in maanden, en ik zag het als iets dat ik op therapeutische basis deed. Ik wil niet zeggen dat ik mensenschuw ben, maar ik ben mensenschuw.
En helemaal in literair Amsterdam en al die mensen van Twitter die ik heus wel herkende but… just couldn’t bring myself to say hello.
Ik was er nog niet aan toe.
Want mijn eigen schrijverschap, of eigenlijk mijn hele identiteit, was de afgelopen jaren in een heel veilig hoekje geparkeerd. Ik zorgde voor Max dus ik ging toch nergens heen. Mijn boeken, mijn diertje en ik; we zaten op ons eigen eiland Ohch-to. En sinds zeven dagen hoorde ik daar niet meer.
Maar waar ik naartoe wilde wist ik niet.
En nu was ik om te beginnen maar eens naar “iets met Johan Fretz” gegaan want dat was wat ik deed voor ik me had opgesloten.

Al vijf jaar kijk ik naar Johan op een manier waarop niemand dit doet. Hijzelf al helemaal niet. En dit is ook iets waar hij niks van moet weten, dus meestal hou ik mijn mond erover.
The thing is; I know Johan.
En niet zoals alle anderen hem kennen. Niet als vriend, schrijver, columnist, theatermaker, opiniemaker. En dat laatste mogen we nooit meer zeggen. Ik ken hem als de fictieve politicus, uit zijn fictieve boek Fretz 2025 waarin hij in 2025 premier van Nederland wordt. Hij. Een theatermaker die in de toekomst zogenaamd bij De Wereld Draait Door zit als bijna veertiger, en wordt uitgedaagd de politiek in te gaan als hij het allemaal toch zo goed weet. Om eindelijk te doen waar hij al jaren tegenaan schurkt.
En hij doet het, en hij wordt premier van Nederland. Einde.
Behalve dan dat er iets onverwachts gebeurde.
Mensen vertrouwden Johan. Ze luisterden graag naar Johan. Oren en harten die jarenlang waren gegeseld door veel te harde politieke debatten smolten, en t volk pakte zijn roze zakdoekje, pinkte een traantje weg en dacht;
“Ja. Hij is het. Hij is onze verlosser.”
En Johan kwam in programma’s als er politiek was, hij schreef spitse columns, kwam in een identiteitscrisis, kreeg een hekel aan zichzelf, twijfelde, walgde van zijn eigen politieke aspiraties en hij riep:
“Stop! Zo ben ik niet! Ik ben een theatermaker en ik wil lieve verbindende columns schrijven. Ik ben geen politicus, het was fictie.”
En omdat we allemaal heel veel van Johan hielden en graag iets terug wilden doen, lieten we hem gaan.

Johan ging op zoek naar zijn roots, naar het land van zijn moeder. Daar ontdekte hij hoe hij begonnen is, en hij vond er de oude manuscripten van zijn opa.
The ancient Jedi texts.
Zijn moeder nam hem mee naar de grote boom, achterin de tuin van haar voormalige ouderlijk huis. Ze liet Johan een gat graven, diep in de grond, en daarin legde ze zijn navelstreng. Nu was hij geworteld in Suriname.

In een klein en vredig koninkrijk, hier niet zover vandaan, roert het kwaad zich. Een machtige prins is opgestaan;  Een rijzige gestalte met adellijke trekken. De Dark Prince twijfelt niet aan zijn recht op absolute macht en niet aan zijn morele gelijk. Sommigen zien in hem de antichrist, maar hele volksstammen zullen op hem stemmen.
Hij zal het land in volledige duisternis onderdompelen.
Rey vraagt Luke Skywalker te hulp te schieten. Opnieuw weigert hij.
“Dan ga ik wel naar hem,” zegt ze.
Ze denkt dat ze de Dark Prince kan redden, maar Luke wil dit absoluut niet hebben.
En dan biedt ze Luke nog één keer het lichtzwaard aan, dat nog van zijn opa is geweest.
Het is nacht, stromende regen, ze perst haar lippen samen, vurig hopend dat hij het nu wel aanneemt. Maar hij blijft stil.
Ze schudt haar hoofd.
“Then he is our last hope.”

Het nieuwe boek van Johan Fretz – “Onder de paramariboom” – ligt vanaf vandaag bij alle boekhandels en dit is de speellijst van zijn voorstelling De Zachtmoedige Radicaal.

wil je meer?
lees het vervolg op mijn yogablog
De 3 levenslessen van The Last Jedi

Volg LSHarteveld op Twitter en LS Harteveld op Facebook
of abonneer je op dit blog over boeken en films

DTxQ9wCX4AEYMWK
“You think I’m gonna walk out with a laser sword and take down the whole First Order?”

 

 

Hoe “It” de blunderende aids voorlichting van de jaren 80 blootlegt

“Waar eerdere generaties, hun homoseksualiteit associeerden met eenzaamheid en sociale uitsluiting, liep onze seksuele ontwikkeling hand in hand met de dood.”
Slate, 
AIDS, It, and the Horror of the 1980s

Achteraf is het vreemd dat het zo vaak goed ging.
Dat niet elk doktertje spelend kind, ontwakende lesbische puber, en ieder heteroseksueel meisje dat niet kon wachten tot ze eindelijk ontmaagd zou worden, fobisch werd bij de gedachte aan “aids”(let op mijn kleine letters).
Because it wasn’t for lack of trying.

Want wie nu terugkijkt naar de bloedbespatte folders over AIDS voorlichting in de jaren ’80, kan niet anders dan concluderen dat er niet bepaald zachtzinnig te werk werd gegaan.

een gruwel scenario

In de jaren 80, ver voor er medicijnen kwamen die echt werkten, leden aids patiënten afschuwelijk.
De ziekte was pas net ontdekt, en greep razendsnel om zich heen in de gay community.

Een diagnose betekende een doodsvonnis, een fysieke lijdensweg én een aandoening die het uiterlijk aantastte. De patient werd mager, kreeg een specifieke vorm van huidkanker, met vlekken die zich snel vermeerderden, en stierf meestal aan een longontsteking.
Het was een scenario uit een horrorfilm.

En de enige bijdrage uit wetenschappelijke hoek was een aan dweperij grenzende ophemeling over het talent van het virus zich aan alle omstandigheden aan te passen, en razendsnel van vorm te veranderen.
Wat ze in het Slate artikel dat ik hierboven aanhaalde, shape shifting noemden. Een eigenschap die iedere hoop op de vondst van een snelle remedie de grond in boorde.
Het aids virus was zoals de clown uit “It”;
Vermomd als iets alledaags, maar in werkelijkheid een bovennatuurlijke entiteit, die niet gebonden was aan aardse wetten.

Zoals de clown uit It niet gepakt kan worden door politie, of een rechtssysteem, zo kon het aids virus niet gepakt worden met de medische kennis die op dat moment beschikbaar was.
Wie ziek werd zou eerst ondraaglijk lijden en daarna doodgaan.

Het hiv virus was een reëel gevaar voor homoseksuele mannen, maar vanuit voorlichting werd het idee gevoed dat we allemaal direct gevaar liepen en deze ziekte zich snel zou uitbreiden naar heteroseksuelen.
Ik heb later gelezen dat er financiële motieven zaten achter dit bewust overdrijven van de kans op een pandemie.

De angst voor besmetting met hiv, “It” dus, werd niet alleen verspreid onder bevolkingsgroepen die er waarschijnlijk nooit mee te maken zouden krijgen.
Er werd bovendien geen middel geschuwd.
De voorlichting was gewetenloos.

BETOVERD

Er is een aspect uit de boeken, en de films over It, waar alle analyses het over eens zijn: De hele stad Derry is behekst.
Het monster It leeft in het riool, het voedt zich met de angst van zijn slachtoffers vlak voor hij ze vermoord. Maar om aan zijn behoeftes te voldoen, moet hij de hele stad betoveren, manipuleren, en naar zijn hand zetten om een gestage stroom kleuters en kinderen in zijn riool te lokken.
Daarom zijn de volwassenen, inclusief alle ouders, in het stadje Derry onbetrouwbaar, corrupt, of op zijn minst ongeïnteresseerd.

Er is niemand die onderzoek doet, of een buurt mobiliseert om de stroom aan vermiste kinderen en dramatische incidenten te verklaren of nieuwe gevallen te voorkomen.
Sterker nog; de kwaadaardigheid van It verplaatst zich in de geest van deze volwassenen en zij worden zijn helpers.

Omdat de kinderen thuis geen veilige omgeving hebben, moeten ze hun steun zoeken bij elkaar, en worden ze de buitenwereld ingejaagd.
Dichter bij It.

En dit is precies wat er in de jaren 80 gebeurde als het om voorlichting ging over aids; Het werd alleen maar erger.

In de greep van het monster

Laat ik van tevoren zeggen dat ik denk, weet, ervan overtuigd ben dat, iedereen in de jaren 80 naar eer en geweten heeft gehandeld.
Uit Amerika hoor je nog wel eens verhalen over christenen die geloofden dat aids een straf van God was voor homoseksualiteit, maar deze gedachtegang heb ik zelf in Nederland niet echt gemerkt.

Nu was ik natuurlijk een heteroseksuele puber in de jaren 80, dus ik kreeg niet alles mee.
Maar ik heb toch echt een positief genoeg mensbeeld om ervan uit te gaan dat toen de Rutgers Stichting, MTV, het AIDS fonds, Postbus 51 en alle andere instellingen, hun Offensief van Angst, Bloed en uitgemergelde patienten over de Nederlandse pubers uitstortten ze dit deden met de beste bedoelingen.

Dat ze echt dachten dat ze een zinvolle bijdrage leverden aan onze seksuele ontwikkeling met folders met AIDS in bloedspatten geschreven.
Vol dingen waar hele kleine risico’s aanzaten of waar geen duidelijkheid over was, en die je dus alleen kon proberen op straffe van aids.
Er ging op geen enkele wijze een geruststellende werking vanuit.
We konden allemaal doodgaan aan seks.

En ik neem ze die aanpak niet kwalijk maar dat is vooral omdat ik ervan overtuigd ben dat de volwassenen in de jaren 80 zichzelf niet waren; Ze waren in de greep van hun eigen angst.
Ze handelden vanuit alle restanten van hun eigen homofobie en als terugslag op hun eigen onverwerkte angst voor tienerzwangerschappen. Ze gaven de rekening door die zij zelf gepresenteerd hadden gekregen op avontuurlijk swingers gedrag in de jaren 70;
Resistente of niet behandelbare soa’s die menig open huwelijk weer snel potdicht metselde met schaamte.

Ze waren ondanks hun vrije gedrag in de jaren 60 en 70, zelf weer bang geworden voor alles wat met seks te maken had.
Ze waren in de greep van It.

Dovemansoren

De afgelopen tien jaar heb ik regelmatig gehoord over Amerikaanse homoseksuelen die decennia lang geen seks hebben gehad, omdat ze fobisch waren om besmet te raken.
Maar in de jaren 80 en 90 kende ik zelf niemand die zich er een strobreed door in de weg liet liggen.

Het leek wel alsof de miljoenen die er in voorlichting en weinig constructieve bangmakerij werden gepompt, totaal geen vat hadden op Nederlandse pubers. Het was alsof ze beschermd werden door een goede fee, die er een counter spell over had gelegd, waar geen enkele vorm van media doorheen kwam.
Een beetje zoals Gandhalf die de Balrog van Mordor tegenhoudt;
“You shall not pass!”

De angst voor It heeft dankzij een fee, grijze tovenaar of ander mechanisme dat ik nog steeds niet begrijp, veel minder jaren 80 pubers in zijn greep gekregen, dan dat ik logisch had gevonden.
Maar wat het ook was dat mijn leeftijdsgenoten heeft beschermd;
Bij mij werkte het helaas niet.

THE GIRL WHO HEARD…

Ik werd fobisch voor aids.
Nog voordat ik ontmaagd was, want ik had orale seks, en dit bracht risico’s met zich mee.
Mijn ouders lichtten me voor met die bewuste bloedfolders, en ik begreep daaruit dat ik geen risico’s mocht nemen.
Ik moest “het veilig doen.”

Dus kreeg ik iedere keer na orale seks -ook als hij niet klaarkwam – paniekaanvallen omdat ik risico had gelopen.
Soms hield het weken aan.

Ondertussen hadden mijn klasgenoten gemeenschap zonder condoom. Omdat ze een vast vriendje hadden en ze hadden gevraagd of hij of zij wat had.
Nou en die zei “nee”.

Ik schudde mijn hoofd bij zoveel onwetendheid.
Net zoals de film It, zag ik het monster, en mijn klasgenoten zagen It niet.

De volwassenen in mijn leven zagen het monster wel, maar zij hadden me gewaarschuwd.
En ik had niet naar ze geluisterd dus naar hen kon ik ook niet toe.

Om een voorbeeld te geven dat volwassenen niet in staat waren boven hun eigen angsten uit te stijgen;
In de jaren 90 heb ik hulp gezocht voor mijn aidsfobie bij een psycholoog die me eerder heel goed geholpen had. Ik zat al sinds mijn 17e in vaste relaties, mét condoom, en ik vond dat het tijd werd mijn fobie aan te pakken. Maar ik kreeg daar te horen dat het was juist goed dat ik zo bang was voor aids.

Meer nog dan mijn angst voor aids bevestigde de psycholoog wat ik altijd al had geweten;
Er was niemand om mee te praten.
Ik was helemaal alleen, met It.

bedrieglijk simpel

Uiteindelijk is het verhaal van mijn aids fobie, mijn eerste boek geworden; Mango. Een coming of age novelle over een meisje in de jaren 80, dat gefascineerd is door seks en een voorkeur heeft voor homoseksuele mannen. Door haar angst voor aids is ze niet in staat toe te geven aan haar verlangens. 
Pas als ze in de dertig is, gooit ze het juk van de angst van zich af.

Ik heb Mango bedrieglijk luchtig gehouden.
Op elke pagina staat wel een grapje, of leuk weetje. Brad Pitt komt nog langs, en de spannende mannen uit mijn verleden hebben een glansrol gekregen.
Het is absoluut geen gewichtig of zielig boek.
De vertelstijl doet nog het meest denken aan Het Grote Boek van Madelief, van Guus Kuijer; korte verhaaltjes in simpele woorden.

Er zijn verschillende keren geweest dat ik dacht; “Dit kan echt niet!”
Het angstzweet brak me uit.
Niet omdat ik weer bang werd voor It, maar omdat ik de vertelstijl zo kinderachtig vond, dat ik vreesde dat ik mezelf belachelijk zou maken.

Maar als ik dan dacht aan hoe eenzaam ik me had gevoeld, en hoe aids in de jaren 80 en 90 niet alleen op mij, maar voor hele volksstammen is gebruikt als methode voor manipulatie en onderdrukking, dan dacht ik;
Het is precies zoals het moet zijn.
Mango is de perfecte counter spell voor It.

~Lauren

Zeg maar Lauren is mijn Nederlandse blog over films. De subscribe button van dit blog zit ergens op deze pagina, waarschijnlijk rechts.

Ik werk Engelstalig op: Engelstalig blog

Dagboeken en erotica te koop via de BOOK SHOP

De beste manier om deze uitgaves te volgen is via dit blog,
Facebook,
of Twitter:
@LSHarteveld