Johan Fretz is The Last Jedi

“Dark rises and light to meet it.” 
Supreme Leader Snoke

De legendarische Luke Skywalker is eindelijk getraceerd, op het eiland Ohch-to waar hij jaren geleden terecht kwam. Hij verdween omdat hij na zijn empathische overwinning op het kwaad zwaar had geblunderd en daardoor zeker wist dat hij, en de Jedi, de wereld meer kwaad dan goed deden.
“It is time for the Jedi to end.”
Hij ging op zoek naar zijn wortels, de eerste Jedi tempel; een religie die duizend generaties terug op Ohch-to haar oorsprong bleek te hebben. Het tempel complex bestaat uit drie delen; een mozaïek op de vloer, een gat onder de grond en een walk-in holle boom met de oude boeken van de eerste Jedi.

Aspirant Jedi Rey biedt Luke het lichtzwaard aan.

Aspirant Jedi Rey is degene die hem heeft gevonden en ze legt Luke Skywalker haarfijn uit dat alleen hij, de laatste Jedi Master, de wereld nog kan redden. De oorlog is de laatste fase ingegaan. Het zal niet lang meer duren voor The First Order alles in handen heeft.
Maar Luke wil er niks van weten.
Hij gooit het lichtzwaard dat Rey hem aanbiedt in de openingsscène achteloos over zijn schouder, en vertelt haar dat hij niet naar de andere kant van het Universum is gereisd om ooit nog terug te komen. Bovendien confronteert hij haar genadeloos met de onmogelijkheid van de opdracht.
Luke Skywalker tegen Rey;
“You think I’m gonna walk out with a laser sword and take down the whole First Order?”

Mozaïek uit de eerste Jedi tempel; de Prime Jedi. Hij (of zij) is niet alleen maar óf goed óf kwaad, zoals de Jedi en de Sith. Maar de belichaming van licht en duister in één.

Het is tijd voor de Jedi om uit te sterven.
“I came to this island to die,” zegt hij dan ook.

Ik zou kunnen zeggen “spoilers ahead voor The Last Jedi” maar als je nu nog niet geweest bent dan acht ik de kans klein dat je überhaupt nog gaat. Sterker nog, waarschijnlijk heb je net als ik juist spoilers nodig. Want het was na uren spoiler reviews op YouTube dat ik op stel en sprong, met de hoogste spoed, alleen, op een vrijdagavond dat ik doodmoe was, naar deze film ging.
Maar vooruit; spoilers ahead.
Dus.
Hoe denk je dat na het lezen van die eerste alinea’s, en given the laws of film making die Rian Johnson erg goed beheerst, de film afloopt? Kan dat überhaupt anders zijn dan dat Luke Skywalker in zijn eentje met zijn light saber (dat hij het kinderachtige laser sword gebruikte was ook een leuke touch) de hele First Order verslaat?
Nee.
Natuurlijk niet.
Een film heeft hoop en helden nodig. Mannen die er in de kracht van hun leven van overtuigd raken dat de wereld beter af is als ze in their little corner of the world blijven zitten, dienen alleen als inspiratie. Dat ongeacht hoe erg je aan jezelf twijfelt, en ondanks alles wat je fout hebt gedaan, het nooit te laat is om het goede te doen.

Kylo Ren zet zijn helm af en pronkt met zijn prinsenhaar. (The Force Awakens, deel 7)

Star Wars heeft een Christelijke achtergrond. Het Hope en Redemption thema ligt er metersdik bovenop. Dit is de voornaamste reden dat ik denk dat er nog steeds een kans is dat “hot mess” slechterik Kylo Ren zijn onvermijdelijke verlossing wellicht toch met de dood moet bekopen. Ondanks het feit dat de Star Wars franchise inmiddels van Disney is en ook J.J.Abrams het sprookjesachtige van de nieuwe trilogie benadrukt.
Dus laten we hopen dat het Christendom het moet afleggen tegen Disney, en dat we het mierzoete einde krijgen;
het meisje van eenvoudige komaf Rey en de voormalige dark prince Kylo Ren – als personificatie van het goede en het kwade dat in iedereen zit – heersen samen in harmonie over het universum.
*pakt roze zakdoekje en veegt een traantje weg*

Ik heb me sinds die eerste viewing van The Last Jedi dan ook voornamelijk bezig gehouden met de Rey en Kylo Ren romance, kortweg “reylo” genoemd. Maar ik heb van de andere verhaallijnen ook wel iets meegekregen.
Dat gebeurt vanzelf na vijf keer kijken.
Dus toen ik ineens naar de boekpresentatie van “Onder de paramariboom” van Johan Fretz kon, zat ik daar met een hele andere blik.
Maar dit kwam niet alleen door The Last Jedi.
ik zit een hele andere levensfase.
Een week geleden heb ik namelijk afscheid genomen van mijn katje Max .
Ik ben geen alleenstaande kattenmoeder meer en kan de stad uit zonder dat ik een babysit hoef te regelen die Maxje tussendoor zijn acht uur gegaarde kip geeft.
De boekpresentatie van Johan Fretz was mijn eerste uitje in maanden, en ik zag het als iets dat ik op therapeutische basis deed. Ik wil niet zeggen dat ik mensenschuw ben, maar ik ben mensenschuw.
En helemaal in literair Amsterdam en al die mensen van Twitter die ik heus wel herkende but… just couldn’t bring myself to say hello.
Ik was er nog niet aan toe.
Want mijn eigen schrijverschap, of eigenlijk mijn hele identiteit, was de afgelopen jaren in een heel veilig hoekje geparkeerd. Ik zorgde voor Max dus ik ging toch nergens heen. Mijn boeken, mijn diertje en ik; we zaten op ons eigen eiland Ohch-to. En sinds zeven dagen hoorde ik daar niet meer.
Maar waar ik naartoe wilde wist ik niet.
En nu was ik om te beginnen maar eens naar “iets met Johan Fretz” gegaan want dat was wat ik deed voor ik me had opgesloten.

Al vijf jaar kijk ik naar Johan op een manier waarop niemand dit doet. Hijzelf al helemaal niet. En dit is ook iets waar hij niks van moet weten, dus meestal hou ik mijn mond erover.
The thing is; I know Johan.
En niet zoals alle anderen hem kennen. Niet als vriend, schrijver, columnist, theatermaker, opiniemaker. En dat laatste mogen we nooit meer zeggen. Ik ken hem als de fictieve politicus, uit zijn fictieve boek Fretz 2025 waarin hij in 2025 premier van Nederland wordt. Hij. Een theatermaker die in de toekomst zogenaamd bij De Wereld Draait Door zit als bijna veertiger, en wordt uitgedaagd de politiek in te gaan als hij het allemaal toch zo goed weet. Om eindelijk te doen waar hij al jaren tegenaan schurkt.
En hij doet het, en hij wordt premier van Nederland. Einde.
Behalve dan dat er iets onverwachts gebeurde.
Mensen vertrouwden Johan. Ze luisterden graag naar Johan. Oren en harten die jarenlang waren gegeseld door veel te harde politieke debatten smolten, en t volk pakte zijn roze zakdoekje, pinkte een traantje weg en dacht;
“Ja. Hij is het. Hij is onze verlosser.”
En Johan kwam in programma’s als er politiek was, hij schreef spitse columns, kwam in een identiteitscrisis, kreeg een hekel aan zichzelf, twijfelde, walgde van zijn eigen politieke aspiraties en hij riep:
“Stop! Zo ben ik niet! Ik ben een theatermaker en ik wil lieve verbindende columns schrijven. Ik ben geen politicus, het was fictie.”
En omdat we allemaal heel veel van Johan hielden en graag iets terug wilden doen, lieten we hem gaan.

Johan ging op zoek naar zijn roots, naar het land van zijn moeder. Daar ontdekte hij hoe hij begonnen is, en hij vond er de oude manuscripten van zijn opa.
The ancient Jedi texts.
Zijn moeder nam hem mee naar de grote boom, achterin de tuin van haar voormalige ouderlijk huis. Ze liet Johan een gat graven, diep in de grond, en daarin legde ze zijn navelstreng. Nu was hij geworteld in Suriname.

In een klein en vredig koninkrijk, hier niet zover vandaan, roert het kwaad zich. Een machtige prins is opgestaan;  Een rijzige gestalte met adellijke trekken. De Dark Prince twijfelt niet aan zijn recht op absolute macht en niet aan zijn morele gelijk. Sommigen zien in hem de antichrist, maar hele volksstammen zullen op hem stemmen.
Hij zal het land in volledige duisternis onderdompelen.
Rey vraagt Luke Skywalker te hulp te schieten. Opnieuw weigert hij.
“Dan ga ik wel naar hem,” zegt ze.
Ze denkt dat ze de Dark Prince kan redden, maar Luke wil dit absoluut niet hebben.
En dan biedt ze Luke nog één keer het lichtzwaard aan, dat nog van zijn opa is geweest.
Het is nacht, stromende regen, ze perst haar lippen samen, vurig hopend dat hij het nu wel aanneemt. Maar hij blijft stil.
Ze schudt haar hoofd.
“Then he is our last hope.”

Het nieuwe boek van Johan Fretz – “Onder de paramariboom” – ligt vanaf vandaag bij alle boekhandels en dit is de speellijst van zijn voorstelling De Zachtmoedige Radicaal.

wil je meer?
lees het vervolg op mijn yogablog
De 3 levenslessen van The Last Jedi

Volg LSHarteveld op Twitter en LS Harteveld op Facebook
of abonneer je op dit blog over boeken en films

DTxQ9wCX4AEYMWK
“You think I’m gonna walk out with a laser sword and take down the whole First Order?”

 

 

3 redenen om vrijdag 1 december in Nijmegen (or any other time) naar Johan Fretz te gaan

reden 1. Niet natgespoten met pudding

Ik weet niet of Waardenberg en de Jong ermee begonnen zijn, maar ik associeer het woord Theatermaker met het reële risico dat de brandslang op het publiek wordt gezet, een perfectly well-behaved betalende bezoeker voor lul wordt gezet (bij voorkeur na hem of haar eerst het podium op te lokken), of iemand die op een hele vieze manier iets eet.
En in t ergste geval een combinatie van al die elementen.
Naar een cabaretier slash theatermaker slash stand-up comedian gaan die je niet kent, is als in een ongecontroleerde kermisattractie stappen;
een deel van het avontuur is simpelweg dat je het hebt overleefd.
Nou al die dingen?
Die doet Johan niet.

Vroeger al niet, toen hij een duo vormde met Marcel Harteveld. Geen familie van mij, want Harteveld is alleen mijn schrijversnaam. Ik wilde al zo heten vanaf dat ik kind was maar wilde niet trouwen met de jongetjes die Harteveld heetten. Dit was trouwens voor ik Marcel kende, maar dat kon ook niet want die was nog niet geboren.
Anyway- vroeger was Johan dus een duo.
En toen was hij ook al de lieve van de twee.
Want de naam Harteveld blijkt toch gepaard te gaan met een zekere voorkeur voor het banale, daar weet ik alles van.
Maar daar heb je bij Johan geen last van.

Hij gooit niet met pudding.
Hij praat met twee woorden.
En die ene keer dat hij me aansprak midden in de voorstelling zei hij “u” tegen me.

Johan is een man waar je mee thuis kan komen om hem aan je moeder voor te stellen, maar hij heeft al jaren gelukkige verkering dus dat doet ie niet.
Al met al kun je gerust naar zijn voorstelling zonder #metoo in any way shape or form.
Ook geen gewenste.

2. Eigenzinnig schrijver

Johan Fretz is naast theatermaker ook schrijver. Dat begon met een pamflet dat hij voor een protestmars schreef, tegen bezuinigingen in de culturele sector.
En daarna verkreeg hij bekendheid met zijn boek Fretz 2025.
Het gaat over de verkiezingsnacht van 2025 waarin hij wel of niet wordt verkozen tot minister-president van Nederland. Fictie op basis van werkelijkheid want Johan en zijn vrienden “spelen” zichzelf.
Maar dan ouder.

Het boek was goed geschreven, en hij kreeg dan ook een contract voor een tweede boek. Er verschenen voorstukjes, en soms las hij voor.
Toen kwam er een hele tijd niets.
Publicatie data werden gemist.
En ineens was Johan er weer!
Hij had zijn hele manuscript (en voorschot?) overboord gegooid, en zich helemaal op zijn Surinaamse roots gestort. In de spaarzame interviews die hij erover gaf vertelde hij dat hij zich eerst had laten verleiden een “echt” boek te schrijven.
Literair.
Met een hoofdpersoon die niet op de schrijver leek.
Etcetera.
Tot hij zich realiseerde: “Ik wil dit helemaal niet schrijven.”

Hij nam zijn moeder mee naar Suriname, er verschenen lieve filmpjes op Facebook, en columns in het Parool. En op 22 januari 2018 wordt zijn tweede roman Onder de Paramariboom gepresenteerd.

Iedere schrijver die ervan afziet een boek te schrijven zoals het hoort, of verwacht wordt?
Iedere schrijver die de huid heeft verkocht voor de beer is geschoten, maar die nooit zijn ziel verkoopt?

Die schrijver steun ik!

En bij voorkeur door er blogposts over te schrijven zoals deze waarin ik alle regels breek over hoe een column of een theater recensie eruit moet zien.
Want verwachtingen zijn er om genegeerd te worden.
En regels om te breken. Wat me brengt bij de nummer 1 reden om naar zijn eerste solo voorstelling te gaan.

1. De Zachtmoedige Radicaal

Wie de speech leest op de laatste pagina’s van Fretz 2025 weet het al; Johan Fretz is een politiek dier. Alleen geen soort waar we veel ervaring mee hebben.
Hij verzoent, verbroedert, beslecht.

Na Fretz 2025 heeft hij van zich laten horen in columns, die voor zijn doen achteraf te uitgesproken waren. Of te gevat probeerden te zijn.
Hij was te zien in tv programma’s als er ergens verkiezingen waren.
Maar ook daar wrong de krappe schoen van de politiek.
Het zoeken naar zijn vorm, al ingelijfd in de media, was een pijnlijk proces. Maar vooral, of misschien wel uitsluitend, voor Johan zelf.
Daar kwam hij later achter.

Want toen hij zijn pen en hart de vrije teugel gaf, zijn columns milder werden, zijn boek persoonlijker, en de theatervoorstelling werd teruggebracht tot de essentie van Johan, zonder de grappen van Marcel Harteveld?
Veranderde er niets.
Nog steeds lezen dezelfde lezers zijn columns, wilden dezelfde theaters hem boeken, werd hij door dezelfde televisieprogramma’s uitgenodigd en hielden dezelfde mensen hem.
De wereld had al die tijd al de ware Johan gezien;
Een zachtmoedige radicaal.

~Lauren

lees hier de eerdere post die ik n.a.v. zijn optreden in Nijmegen schreef

Zeg maar Lauren is mijn Nederlandse blog over films. De subscribe button van dit blog zit ergens op deze pagina, waarschijnlijk rechts.

Ik werk Engelstalig op: Engelstalig blog

Dagboeken en erotica te koop via de BOOK SHOP

Expecto Patronum; mijn blijste herinnering in donkere tijden is Johan Fretz

Johan Fretz uit de tijd waar hij niet meer aan herinnerd wil worden (ik wel)

Het waren duistere tijden.
Ik voelde me al lichtelijk depressief voor t weekendje weg, maar de grimmige Middeleeuwse sfeer en de miezer, maakten Maastricht er niet beter op.
Mijn moeder was ook zwaarmoedig.
En de Heilige maagd Maria Sterre der Zee was er ook.
Ja, Maastricht was een goede plek om te contempleren over sterfelijkheid en boete.
Maar er was ook goed nieuws.
Ik was namelijk een boek aan het lezen. Dat doe ik bij voorkeur niet, want a) saai en b) ik heb wel wat beters te doen. Ik ben een creator, geen consumer. Iedere keer als ik hoor dat aspirant schrijvers wordt aangeraden veel te lezen dan denk ik:
“Iedere minuut dat je leest kun je niet schrijven hè!”
Het is bijna net zo stom als iemand die zin heeft in seks aan te raden over seks te lezen. Ik lees dus niet.
Het allerliefste schrijf ik, en daarna heb ik het allerliefste seks. Ik heb lang over die volgorde nagedacht, maar ik ben er nu vrij zeker van dat ze zo goed staan. Zonder seks zou ik doorschrijven, maar zonder te kunnen schrijven zou ik vermoedelijk nooit meer seks hebben.
Ik ben een soort vrouwelijke Arnon Grunberg; eerst schrijver, dan everything else.
Over Maastricht zou ik pas bij terugkomst schrijven (want ik ben die ene Nederlander zonder laptop) en ieder moment dat ik rust had werd ik besprongen door de erfzonde en Middeleeuwse hel en verdoemenis. Een boek lezen werd dus ineens heel aantrekkelijk.
Ik vertelde het goede nieuws aan mijn moeder.
Zij heeft hard haar best gedaan van mij een cultureel kind te maken, maar dit is helaas mislukt. Voor mijn zeventiende heb ik alle grote musea van Europa gezien (of nou ja, ik ben er doorheen gesleurd. De enige die meer “schilders met een M” kent dan ik, is mijn zusje) maar er is niks blijven hangen.
Ik ben cultural repellent.
Zelfs als we naar de film gaan, dan moet mama met mij naar de Vue bioscoop omdat in de Lux de kans veels te groot is dat ik niet blijf zitten.
Dus dat kindje uberhaupt een boek leest, dat is goed nieuws.
Ik vertelde dat ik Johan Fretz had gezien bij DWDD, en dat ik het zo n knappe man vond.
“Hij doet me denken aan Benjamin.”
Benjamin is mijn muze. Je kunt al mijn boeken naar hem herleiden en daarom heet mijn verzameld werk ook Het Boek Benjamin. Iedere knappe man met bruine huid en Westerse trekken loopt het risico dat ik van mijn barkruk donder at first sight.
Johan Fretz was een beetje een twijfelgeval geweest. Ten eerste zit ik er niet zo op te wachten weer aan mijn Benjamin obsessie herinnerd te worden, dus ik hou altijd een beetje afstand als ik een potentiele muze uit die categorie tegenkom.
Maar met Johan had ik na een vluchtige screening geconcludeerd dat de kust veilig was. Hij had zo n andere energie dan de mannen waar ik normaal op val.
Ik kon met een gerust hart televisie kijken.
Totdat hij een keer een groene hoodie aan had. In mijn hoofd ontstond een soort kortsluiting waardoor ik in één keer Benjamin zag. En toen was het te laat. Ik kon t niet meer terugdraaien.
Ik wilde ineens alles over hem weten, en zo kocht ik het boek.
Mijn moeder bekeek de foto op de achterkant en keek me aan met een blik van:
“Duh!”
Zij had echt geen vier afleveringen DWDD nodig om te zien dat Johan een knappe man was. Zij ziet altijd veel eerder dat een man mooi is. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat zij eerder betoverd wordt in t museum en ik zelfs nog gedachteloos zou staan te appen naast de David van Michelangelo.
Dus mijn moeder wist dat deze unieke situatie waarin ik zowaar een boek las, meer iets was wat aansloot bij mijn hobby 2) seks dan bij mijn hobby 1) schrijven
En dat t al helemaal niets met literatuur te maken had.
Maar desondanks was ze natuurlijk wel trots dat haar dochter tenminste oog had voor schoonheid, al was ik dan wat traag van begrip.
Het boek van Johan Fretz ontroerde me dieper dan welk kunstwerk dan ook en ik heb veel over hem geschreven. Dat begon in LS Diary, en daarna zat er in ieder boek wel een hoofdstuk dat over een optreden van hem ging.
Ik gaf Johan Fretz het alias “Rafael”.
Je vindt hieronder het enige Nederlandse stuk dat ik ooit over hem schreef.
Johan kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn tijd bij DWDD. De roman speelde met het idee dat hij de politiek in zou gaan, en dit is voor zijn gevoel uit de hand gelopen. Hij werd te vaak om zijn mening gevraagd, alsof hij echt een politieke kleur en een partij programma had.
Al voordat hij schrijver werd, was hij theatermaker samen met Marcel Harteveld. Die in tegenstelling tot ik wel echt Harteveld heet.
[ LS Harteveld is een pseudoniem ]

Hoewel hij opmerkte dat we ondanks dat ik nep was, dezelfde rode wangen hadden. Ik ging vaak naar hun optredens, minimaal twee keer naar dezelfde voorstelling. Eén keer try-out en één keer de echte.
Ik ging voor Johan natuurlijk, maar ik ging Marcel in de loop van de tijd ook wel waarderen.
Het waren twee totaal verschillende types, en ze merkten dat ze ook door het publiek anders ontvangen werden. Johan’s verfijnde humor werd beter begrepen in het westen, en in de provincie had Marcel de lachers op zijn hand. Wat dat betreft heeft Johan wel wel een risico genomen, nu hij lachebekje Harteveld thuis heeft gelaten.
Zijn eerste solovoorstelling heet “De Zachtmoedige Radicaal.”
Die titel is niet alleen erg Johans, hij is ook erg Nijmeegs. 1 December treedt hij op in de Lindenberg. En ik hoop dat er veel mensen komen kijken, want als er nou ergens veel zachtmoedige radicalen wonen, dan is het wel hier.
En we kunnen op 1 december vieren dat we ook dit jaar die donkere novembermaand weer hebben overleefd.
Expecto Patronum.
Dat is de toverspreuk uit Harry Potter waarmee je de donkerste dreiging verdrijft met je blijste herinnering. Ik ga er weer één maken vrijdag.

~Lauren

voor altijd mijn favoriete boek van Johan Fretz: 2025
Herdruk gewenst.

Lees hier de tweede post die ik n.a.v. zijn optreden in Nijmegen schreef.

Het stuk hieronder is één van mijn vele Allerblijste Herinneringen aan Johan Fretz.
Rafael is Johan Fretz, Marcel Harteveld is Bob.
Fantasie en werkelijkheid lopen zoals altijd door elkaar heen.
Of, zoals dat op de eerste pagina van mijn boeken altijd staat, “het is niet bedoeld voor waarheidsvinding”.

uit: De Candystop (2013)

klik op de foto voor de volledige speellijst

Ik herkende hem eerst niet.
Ik zat na de voorstelling tussen de rood en paarse velours kussens in een comfortabel diepe bank, Frank Sinatra zong New York, ik begon aan Pluk van de Petteflet en wierp een ongeduldige blik richting de bar. Een donkere man, zijn gezicht viel weg in het tegenlicht, kletste aan een sta-tafel met twee anderen. Ik keek drie keer. Staarde. Tuurde. En concludeerde dat ik a. onbeleefd was en b. niet iedere man voor Rafael moest aanzien. Ook hier gingen donkere mensen wel eens naar het theater. Dat was nog geen reden ze aan te gapen alsof de jaren vijftig waren teruggekeerd. Mijn wijn was op. Ik liet Pluk en mijn tas onbewaakt achter en zette er stevig de pas in richting bar. De donkere man kwam dichterbij. Het was hem wel.
“Hoi,” glimlachte Rafael.
“Ik kom zo ook bij jou.”
“Leuk!” antwoordde ik verrast.
Leuk, dat ik al een jaar verliefd ben op een man die ik blijkbaar niet eens herken tot hij zich frontaal in mijn blikveld gooit. Leuk, dat het godverdomme niet over gaat. Leuk, dat je een vriendin hebt waardoor het nooit iets was tussen ons. Nooit is. En ook nooit zal worden. Heel leuk.
Ik bestelde koffie.
De vriendin van Rafael kende ik sinds ik in mijn naïviteit op een feest op een vrije kruk naast een jonge blondine was gaan zitten. Rafael was ook uitgenodigd, en ik zat nog moed te verzamelen, vastbesloten mij aan hem voor te stellen (hier heb ik vorige keer over geblogd, en ga die lijdensweg niet herhalen), toen hij achter mij langs liep, en de blonde schouders naast me omarmde. Hij fluisterde wat in haar oor, neusde het giechelende oorschelpje. De roomblanke arm strengelde terug, de volle maat 38 draaide haar billen en de katachtige ogen, vrij van make-up, wierpen een lonkende blik op de warme mannenhand die over haar gespierde onderrug gleed.
Met andere woorden: mevrouw leek op mij.
Maar dan jonger, leuker en vooral veel slimmer.
Ze hervatte een gesprek met haar vriendin (over watersnood in Noord India, de Arabische Lente, of de achtergronden van het Libor schandaal). Ik zette alle zeilen bij om geen tsunami aan zelfkastijding te ontketenen.
Rafael hield woord.
Net toen ik wilde opkijken waar hij nou bleef (ik was toe aan Zaza, mijn favoriete hoofdstuk) liep hij mijn kant op, en groette mij terwijl hij een plek uitkoos. Hij squatte de kussens in, waarbij zijn t-shirt een paar centimeter opkroop en ik heel even de allerlaatste kilo’s rond zijn taille zag, voor ze zorgvuldig in de bank werden verstopt. Ik complimenteerde hem met de voorstelling, babbelde over de ontwikkeling die het stuk had gemaakt, en bewonderde ongemerkt zijn ranke vingers en handen die zijn echte bouw verraadden.
“Een krachtig en pezig lijf” zo omschrijft hij zichzelf in een roman die zich in de toekomst afspeelt.
Dat deed mij denken aan Benjamin, de man die ik had kunnen vergeten dankzij Rafael. De handen waren een voorbode, een belofte. Op een dag zou ook Rafael wakker worden met een platte buik, een fortuin op de bank, een onberispelijke garderobe en een trouwring om zijn vinger.
“Je gezicht,” flapte ik eruit, alsof ik iets vreselijks had gezien.
“Je bent zo afgevallen.”
Jukbeenderen. De krachtige kaken. Zelfs zijn sensuele mond en de kinderlijk ronde ogen voegden zich naar de volwassen trekken. Het was even stil, alsof we geen van beide geloofden dat ik zo’n domme opmerking had durven maken.
“Jij prefereert een dikker hoofd?” merkte hij op.
Het bruine stemgeluid was niet onvriendelijk maar zijn uitdrukking miste de onschuld die ik zo bewonderd had.
De handen van Benjamin op een onduidelijke foto. De enige die recent was. Ze hielden iets duurs vast. Heel duur. En ik wist niet welk bloed aan hem kleefde, of wie zijn morele kompas was geweest in al die jaren dat we elkaar niet hadden gezien. Maar wel dat ik zijn last aan niemand toewenste. Zeker niet aan Rafael.
Ik koos mijn woorden zorgvuldig, en sprak langzaam om mijn twijfel en emoties te verbergen.
“Ik weet dat je gewichtsproblemen had. Al heel lang. Dus ik weet hoe belangrijk dit voor je is. Ik ben blij voor jou.”
Een vriend komt hem aflossen, Bob.
Een soort Pluk van de Petteflet die vanaf zijn veertiende verkering heeft met Aagje. Rafael heeft ook een andere beste vriend Bas, die lijkt ook op Pluk, maar dan een Pluk die Aagje op haar vijftiende met kind heeft geschopt en de Torteltuin opkoopt om er een racebaan voor kraanwagens aan te leggen. Als het engeltje en het duiveltje verschijnen Bob en Bas beurtelings aan zijn zijde.
“Hoi Bob, wat leuk jou te zien. Je lijkt een beetje op Pluk.”
Ik grabbel in mijn tas en wapper even met het boek.
“Gelukkig,” zucht Bob.
“Als je maar nooit zegt dat ik op Bas lijk. Daar word ik zo moe van.”
“Bas lijkt ook op Pluk,” zeg ik. “Maar jij lijkt niet op Bas. Bas is de anti-Pluk.”
Rafael is opgestaan, en naar de twee allerlaatste bezoekers gelopen die nog geen aandacht hebben gehad. De jonge meisjes verwelkomen de ster met verbazing. Een verliefde giechel vermengt zich met jazz.

—————-

Zeg maar Lauren is mijn Nederlandse blog over films, en vroeger las ik nog wel eens een boek ;) 
De subscribe button van dit blog zit ergens op deze pagina, waarschijnlijk rechts.

Ik werk Engelstalig op: Engelstalig blog

Dagboeken en erotica te koop via de BOOK SHOP